Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zal u niet Zijn [21][22]hoogheid verschrikken, en Zijn [23]vreze over u vallen? 21. Zie boven, vs.8. 22. Dat is, de grootheid en voortreffelijkheid zijner majesteit. 23. Te weten, waarmede God de mensen bevreesd maakt, of de mensen God vrezen moeten.